In welk land moet de vertaler beëdigd zijn?

De kortste weg voor een beëdigde vertaling Nederlands->Spaans voor gebruik in Spanje is door een vertaler te nemen die is erkend voor de Spaanse wet. Dan hoeft er namelijk geen apostille op de vertaling. De beëdigde vertaling is dan meteen geldig voor de Spaanse wet. Is de vertaler beëdigd door de rechtbank in Nederland of België maar niet door Spanje? Dan moet er een apostille op de vertaling van het document. Dat is het geval als u de vertaling nodig heeft in Spanje of bijvoorbeeld op de Canarische eilanden. Deze apostille is niet ter legalisering van het document, maar van de handtekening van de vertaler. Het aanvragen van een Nederlandse apostille in bijvoorbeeld Nederland vanuit Spanje, duurt lang en is kostbaar.
Niet elke vertaler Spaans is door Spanje beëdigd of erkend, dus trekt u goed na wat voor u het handigst is, afhankelijk van waar u zich bevindt: een vertaler beëdigd door Nederland, Spanje, België of Suriname.
Heeft u de vertaling nodig voor een land in Latijns-Amerika of de Cariben dat is aangesloten bij het Apostilleverdrag? Dan kunt u de vertaling die is gemaakt door een vertaler die is beëdigd in een EU-land laten apostilleren voor gebruik in dat land. Als het land niet bij het Apostilleverdrag is aangesloten, dan gaat de legalisatie van zowel het document als de vertaling ingewikkelder, doorgaans via het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Bij mij kunt u terecht voor beëdigde vertalingen voor zowel de Spaanse als de Nederlandse wet die direct geldig zijn zonder apostille voor de Spaanse of Nederlandse wet.

Waaraan moet een beëdigde vertaling voldoen?

Een beëdigde vertaling is gemaakt door een vertaler die door de rechtbank is beëdigd voor de specifieke vertaalrichting van de vertaalde tekst. Zo ben ik door de rechtbank van Den Haag beëdigd voor de vertaalrichtingen Nederlands-Spaans en Spaans-Nederlands. Er is geen wet die zegt waaraan een beëdigde vertaling exact moet voldoen. Wel wordt van een beëdigd vertaler verwacht dat die de algemeen geldende richtlijnen voor beëdigde vertalingen volgt. Zo is het gebruik van een stempel wettelijk niet verplicht, maar is een beëdigde vertaling zonder vertalersstempel in de praktijk zeker niet acceptabel. En inhoudelijk hoort de vertaling
natuurlijk zo precies mogelijk te zijn.

Bij een beëdigde vertaling gaat het om officiële en juridische documenten voor officiële doeleinden in het buitenland: notariële akten, een volmacht, processtukken, overeenkomsten en diploma’s enzovoort. Maar hoe zie je of een vertaling beëdigd is? Een beëdigde vertaling is te herkennen aan voornamelijk deze punten:

  • De vertaling is voorzien van een slotformule, met de datum, handtekening en stempel van de beëdigd vertaler. In de slotformule verklaart de beëdigd vertaler dat de vertaling naar waarheid is vertaald. De stempel vermeldt de naam en de talencombinatie van de vertaler en doorgaans het nummer van het Register voor beëdigde vertalers en tolken.
  • De beëdigd vertaler maakt in het vertaalde document duidelijk, uit hoeveel pagina’s de vertaling bestaat en waar de vertaling eindigt.
  • Op elke pagina staat aangegeven uit welke taal het document is vertaald. Zowel de pagina’s van de vertaalde tekst als de tekst in de brontaal zijn voorzien van een stempel en paraaf van de beëdigd vertaler.
  • De lay-out van de vertaling komt zoveel mogelijk overeen met die van de originele tekst, evenals het lettertype.
  • De originele tekst en de vertaling zijn aan elkaar gehecht, zodat er niet zomaar een pagina tussen kan worden gevoegd of er tussenuit kan worden gehaald.

In een beëdigde vertaling tref je ook vaak tekst in schuine letters tussen vierkante haakjes aan. Bijvoorbeeld bij woorden die niet kunnen of mogen worden vertaald, zoals de titels van wetten of namen van rechtbanken. De academische titel van iemand mag ook niet zonder meer vertaald worden; bijvoorbeeld ‘meester in de rechten’ is een typisch Nederlandse titel en als je die vertaalt kan het overkomen of het om een Nederlandse opleiding gaat. Ook staan er in een beëdigde vertaling soms voetnoten van de vertaler als die iets heeft opgemerkt, zoals spelfouten in het origineel. De stempel van de beëdigd vertaler is bijvoorkeur rond, maar kan ook rechthoekig zijn. Meestal wordt de stempel in blauwe of paarse inkt geplaatst en ondertekent de vertaler met blauwe inkt. Zo zijn de stempel en handtekening goed te onderscheiden van de zwarte inkt van de vertaalde tekst zelf.

 

Twaalf talen, dertien ongelukken?

‘Veel talen spreken is toch typisch iets voor vertalers…’ Toen ik twee
talenstudies had afgerond – oosterse talen en later Spaans – bleef men mij steeds maar vragen voor vertaalopdrachten Engels.
‘Niet voor gestudeerd? Ja, maar je bent toch vertaler?’ Nou vooruit, iedere academicus redt zich wel met het Engels (hoop ik).

Hoe meer talen hoe beter? Dat werkt niet per se zo. Aan twee talen heb je genoeg  om vertaler te worden en talen onderhouden kost tijd en moeite, dus ze kunnen in je grote teen verdwijnen. Verschillende talen kennen levert je wel een ruimere blik op hoe talen functioneren. Soms vind je als vertaler zelfs de inspiratie voor een vertaaloplossing via een derde taal. Zo reik ik voor vertaalwerk Frans-Nederlands (ja, Frans!) vaak naar het Engels vanwege de vergelijkbare woordvolgorde in
afkortingen.
Ook het veelvuldig gebruik van Engelse leenwoorden in het Nederlands levert soms de key. Toegegeven, het Engels is voor een Nederlandstalige niet het schoolvoorbeeld van ‘sjonge jonge, wat een talen beheers jij’. Wel is het een belangrijke nummer drie in mijn vertaalspel. Meer dan twee talen kennen is dus een pre voor een vertaler.

Toch heb ik mij nooit gewaagd aan zelfpromoting met het werkelijke aantal talen dat ik beheers. Advertenties waarin één persoon vijf tot zes talen aanbiedt, lijken voor mij een hagelschot: throw it to the wall and see what sticks. Zelf verzwijg ik meestal wijselijk een deel van de acht talen die ik beheers, om geen wanhopige allesdoener te lijken. Ook als ik mij zou beperken tot mijn ‘diplomatalen’, zijn het er wat: Spaans, Bahasa Indonesia, Hindi, en een TEFL-docentendiploma Engels.

Maar terwijl ik met mijn neus in de vertaaltheorieboeken zit voor een academisch artikel, trekt een anekdote mijn aandacht. In Becoming a Translator van Douglas Robinson (2003, 2de ed.) vertelt een vertaler hoe hij door zijn vaders werk in een reeks landen was opgegroeid. Hij had steeds op lokale scholen gezeten, met elke keer een andere instructietaal. Daardoor beheerste hij Engels, Spaans, Italiaans en Portugees, werd vertaler, deed wat met Russisch en begon aan Chinees. Ook mijn levensloop heeft een deel van mijn talenbeheersing bepaald.
Bij mijn beëdiging tot vertaler Spaans stond ik in de rechtszaal naast een rijtje tolken die werden beëdigd voor drie tot vijf oosterse talen. Zelf stop ik een deel van mijn talenkennis eigenlijk weg, maar ik ben toch niet zo’n uitzondering. Het hangt ook van de culturele context af of het zo bijzonder is om veel talen te spreken. In Suriname is vier talen spreken in het dagelijks leven niet vreemd, maar in Spanje kijkt men er wel van op. Alleen, is het wel een goed idee, ál de talen die je beheerst aan de man brengen?

 

Beëdigd vertaler Spaans>Nederlands en Nederlands>Spaans op Tenerife

 

Na jaren in andere taaldomeinen gewerkt te hebben en onder de stempel van andere vertalers, heb ik mij in de rechtbank van Den Haag laten beëdigen voor de vertaalcombinaties Spaans>Nederlands en Nederlands>Spaans. Nu ben ik dus zelf beëdigd vertaler Spaans/Nederlands en ik ga dus zelf aan de slag, met mijn eigen stempels, vanuit Tenerife! En de technologische mogelijkheid van elektronisch ondertekenen, biedt mij perspectieven die verder reiken dan de Canarische eilanden. Ook mijn taalwetenschappelijk onderzoek en mijn werk als academisch redacteur zet ik van hier voort.

No alt text provided for this image